Nouvelles Voix-programma: interview met Rokus Hofstede, vertaler van Annie Ernaux

Interview met Rokus Hofstede, vertaler van ‘De jaren’ van Annie Ernaux, dat in 2020 in het Nederlands is verschenen met steun van het Nouvelles Voix-programma.

De Nederlandse essayist Rokus Hofstede heeft meer dan 60 Franse boeken vertaald, waaronder De jaren van Annie Ernaux, dat werd gepubliceerd in 2020 door de Arbeiderspers met steun van het Nouvelles Voix-programma van het Institut français des Pays-Bas. Zijn werk werd bekroond met de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021.

In december 2020 kreeg u de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021 voor beste vertaling van een literair werk naar het Nederlands. Hoe was het om deze prijs in ontvangst te mogen nemen?

“De Martinus Nijhoffprijs bekroont niet zozeer een ‘beste vertaling’ – als zoiets al kan bestaan, een vertaling is niet meer dan een voorstel tussen ontelbaar veel mogelijke voorstellen – als wel een ‘vertaaloeuvre’ – al klinkt dat woord overdreven pretentieus; het gaat in feite om een steeds opnieuw aangegaan lijf-aan-lijfgevecht met teksten die steeds heel verschillende eisen kunnen stellen aan de vertaler: kennis en techniek, maar ook muzikaliteit, precisie, inventiviteit… Wat me bijzonder gelukkig maakt, is dat met deze prijs de kwaliteit van mijn werk wordt erkend ondanks het feit dat ik vaak moeilijke of minder bekende, minder geconsacreerde auteurs heb vertaald – auteurs uit de literaire marge (la France profonde, België, Zwitserland) of uit de historische avantgarde, auteurs die geen romans maar essays of geesteswetenschappelijke teksten hebben geschreven. De prijs waardeert met andere woorden een vaak onderbelicht blijvende vertalerseigenschap: de zin voor risico en avontuur, het streven de Nederlandse literatuur te verrijken met uit de Franstalige letteren afkomstige vormen van expressie die bij ons nog niet bestaan.”

Hoe zou u de schrijfstijl van Annie Ernaux omschrijven?

“De stijl van Ernaux is sober en onopgesmukt, soms kaal, vaak uiterst gebald; Ernaux lijkt zoveel mogelijk betekenis te willen opladen in zo weinig mogelijk woorden, haar proza is dermate geconcentreerd dat haar zinnen zich regelmatig op de rand van de grammaticaliteit bevinden. Een ander kenmerk van Ernaux’ stijl is de grote precisie ervan, wat ook de zeggingskracht van haar proza verklaart. Ze beperkt zich niet tot het benoemen van voorwerpen, indrukken, ideeën of standen van zaken, ze beschrijft ze zo nauwkeurig en uitputtend dat die beschrijvingen als het ware verzadigd raken en voor de ogen van de lezer een soort toverachtige aanwezigheid krijgen.”

Wie nadenkt over vertalen, heeft steevast tweedelingen in zijn hoofd – ‘vorm’ vs. ‘inhoud’, ‘fictie’ vs. ‘non-fictie’ ‘brontaalgerichtheid’ vs. ‘doeltaalgerichtheid’ – die niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met verschillen in de werkelijkheid.

De jaren is een collectieve autobiografie van de tijd vanaf de tweede wereldoorlog tot aan het heden. U bent zelf geboren in Hengelo, in hoeverre herkent u uw generatie in het werk van Annie Ernaux?

“Ik ben twintig jaar ná Ernaux geboren in Hengelo, Overijssel, ik bracht mijn tienertijd in de jaren 70 door in Zwitserland en België. Pas in de loop van De jaren herken ik dus elementen uit mijn eigen verhaal in het relaas van Ernaux. Bovendien ben ik opgegroeid in een middenklasse-gezin, waardoor mijn jeugd er heel anders uitzag dan die van de kruideniersdochter uit Yvetot. Maar hoewel mij ook na de jaren 70 allerlei door Ernaux genoemde details van de Franse media en cultuur ontgaan, strookt mijn levensverhaal in grote lijnen toch met dat van Ernaux: de hoop op politieke en culturele veranderingen in de jaren 70 en 80, de steeds ongelijker wordende sociale verhoudingen vanaf de jaren 90, de overweldigende opkomst van technologische protheses sinds de eeuwwisseling… Elke lezer van De jaren kan zijn of haar levensverhaal in meerdere of mindere mate invoegen in het tableau dat Ernaux schetst, zowel van de grote politieke ontwikkelingen als van de culturele verschuivingen – theorieën, modes, trends, consumptieve gewoontes. Waarschijnlijk wordt een groot deel van de door De jaren gewekte ontroering gevormd door het besef dat je zelf deel uitmaakt van het erin opgeroepen dwingende, gestaag verglijdende tijdsverloop.”

U heeft zowel literaire werken vertaald van onder anderen Emil Cioran, Georges Perec, Charles-Ferdinand Ramuz en George Simenon als non-fictie boeken van Roland Barthes, Pierre Bourdieu en Bruno Latour. Kunt u iets vertellen over de verschillen in werkwijze wat betreft deze genres?

“Wie nadenkt over vertalen, heeft steevast tweedelingen in zijn hoofd – ‘vorm’ vs. ‘inhoud’, ‘fictie’ vs. ‘non-fictie’ ‘brontaalgerichtheid’ vs. ‘doeltaalgerichtheid’ – die niet noodzakelijkerwijs overeenkomen met verschillen in de werkelijkheid. Tussen het aforistische proza van Cioran – ‘fictie’ – en de essayistiek van Barthes – ‘non-fictie’ – bestaat geen principieel onderscheid. Bruno Latour en Pierre Bourdieu hebben een persoonlijke stijl en gebruiken literaire procedés in hun sociologische en filosofische boeken; andersom verwerken Perec, Ramuz en Simenon in hun fictionele teksten alle mogelijke cultureel-historische informatie en ideeën. Een fundamenteel verschil tussen het vertalen van fictie en non-fictie zie ik niet. Het gaat steeds om nauwkeurigheid en research, maar ook en vooral om het vinden van een ritme, een toon, een adem eigen aan de tekst in kwestie, zodat die de kans krijgt opnieuw tot leven te komen.”

Wat zijn uw plannen voor de toekomst?

“In 2021 en 2022 werk ik voor Uitgeverij Van Oorschot aan de vertaling van een roman van Charles-Ferdinand Ramuz, La Beauté sur la terre (1927), algemeen beschouwd als een hoogtepunt in het werk van de Zwitserse meesterverteller. Schoonheid op aarde vertelt een mooi maar treurig verhaal, over een aan een meer gelegen Zwitsers dorp waar op een dag een jonge Cubaanse vrouw arriveert, de aangenomen dochter van een in den vreemde omgekomen dorpsgenoot. Haar aanwezigheid wekt een heel scala aan troebele gevoelens bij de omringende dorpelingen, gevoelens die door Ramuz tot een noodzakelijke climax worden gevoerd. Zoals de catastroferoman La Grande Peur dans la montagne (1926) kon worden gekarakteriseerd als een ‘ecologische roman avant-la-lettre’, zo valt ook in La Beauté sur la terre (1927) op hoe actueel de thematiek is die erin wordt aangesneden. De intrige draait om xenofobie en uitsluiting, om machtsrelaties tussen dorpelingen en buitenstaanders, tussen mannen en vrouwen. Maar dat de tekst bijna een eeuw na dato nog zo tot de verbeelding spreekt, heeft alles te maken met de zeggingskracht van Ramuz’ stijl, met zijn vernieuwende romantechniek, mijlenver verwijderd van het negentiende-eeuwse realisme. Ik verheug me op deze nieuwe poging om Ramuz’ hoekige, karige proza te laten herleven, en op de onvermijdelijk experimentele dimensie die de vertaling aankleeft.”


Over

Het Nouvelles Voix-programma van het Institut français des Pays-Bas is het Frans-Nederlandse plan ter ondersteuning van publicaties (PAP) dat steun verleent aan uitgeefprojecten of uitnodigingen aan Nederlandse uitgevers die hedendaagse Franstalige auteurs in Nederland willen promoten.

Biografie

De Nederlandse Rokus Hofstede (Hengelo, 1959) is essayist en vertaler van Franse literatuur. Hij is de vaste vertaler van Pierre Michon. In 2021 ontving hij de Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2021. Hij vertaalde o.a. Annie Ernaux, Georges Perec, Marguerite Duras, Michel Leiris, Charles Baudelaire en Louis Aragon.

Informatie

  • Interview: Rokus Hofstede
  • Programma: Nouvelles Voix
  • Te lezen: De Jaren (Les Années) van Annie Ernaux en Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners (Où suis-je? Leçons du confinement à l’usage des terrestres) van Bruno Latour
  • Website: www.hofhaan.nl
  • Met steun van: Institut français des Pays-Bas
  • Foto: Rokus Hofstede © Michiel Hendryckx